Morvan Gazette
Latest News
|Morvan Gazette
Latest News

Subscribe

Het mysterie van het Tempelierszegel ontrafeld: intriges, verraad en onthulde geheimen.

|

Morvan Gazette

Archives

Het mysterie van het Tempelierszegel ontrafeld: intriges, verraad en onthulde geheimen.

SIGN UP FOR OUR NEWSLETTER

Het zegel van de Tempelier

Deel 1: De Bron van Saint-Martin

Théo de Morvan

Théo de Morvan

Aug 11, 2025

Er zijn plekken in de Morvan waar het stiller is dan stil. Waar geen auto klinkt, geen stem weerkaatst, en zelfs de vogels hun roep dempen tot gefluister. Champallement is zo’n plek. Een verzameling huizen, een verweerde kapel, een slingerweg die uitkomt op niets. Maar wie daar op een oktobermiddag loopt, net voor het vallen van de schemer, merkt dat niets minder is dan iets. Iets wat wacht.

 

Ik kwam er op aanraden van een bakker in Brassy, die me een brood verkocht dat naar noten rook, en fluisterde:

 

“Als ge ’t écht wilt begrijpen, moet ge naar de bron gaan.”

 

Ik dacht aan water, aan dorst, aan wandelen. Maar de bron waar hij het over had, was geen plek waar je je dorst lest. Het is een plek die dorstig maakt — naar verhalen, naar wat verborgen is gebleven.

 

De weg naar de bron

 

De zon stond laag toen ik vertrok. Een smal pad slingerde tussen roestige prikkeldraad, verweesde appelbomen, en oude muurtjes die niet meer weten waarvoor ze gebouwd zijn. De herfst had zijn palet uitgespreid: okergeel blad, roodbruine varen, en het donkergroen van mossen die nat glommen op steen. De lucht rook naar houtrook en vochtige aarde.

 

Ik passeerde een verweerd bordje:

 

“Fontaine Saint-Martin – vestige templier”

 

Een paar honderd meter verder, achter een dicht begroeid perceel, vond ik haar: de bron.

Een halfronde stenen constructie, deels ingestort, met een gewelfde ingang van kalksteen. Geen bord, geen uitleg. Alleen het water, ijskoud en helder, dat uit een scheur in de wand sijpelde in een stenen bak.

 

Ik boog me voorover, hield mijn hand onder de stroom. Mijn vingers tintelden.

 

En toen hoorde ik haar stem.

 

Een vrouw in het mos

 

“Pas op waar ge tast, monsieur. Niet alles wat koud is, is schoon.”

 

Ze stond daar alsof ze uit het mos zelf was opgestaan. Grijs haar in een speld, zwarte rok tot op de enkels. Haar ogen waterig blauw, haar stem als die van iemand die zelden spreekt — maar als ze het doet, luister je.

 

“U bent geen pelgrim,” zei ze.

 

Ik lachte. “Soms wel, soms niet.”

 

Ze knikte, alsof dat antwoord volstond. Toen wees ze naar de bron.

 

“Onder dat water ligt het zegel nog. Geen steen, geen ring — een bevel. Een laatste wil van een ridder die hier gestorven is, maar zijn geheim niet meenam.”

 

Ik wilde vragen wat ze bedoelde, maar ze draaide zich al om en liep richting de kapel. Ik volgde haar, tussen kastanjebladeren en vogelstilte. Ze liep traag, maar zonder twijfel, alsof haar voeten wisten waar ze hoorden.

 

De kapel van het zwijgen

 

Wat restte van de kapel was niet meer dan een skelet van steen. Muurfragmenten, een boog zonder dak, een vierkant altaar bedekt met klimop. Maar er hing iets. Geen geur, geen geluid — een gewicht.

 

Ze bleef staan bij het altaar en keek me aan.

 

“In 1307 kwamen ze ook hier. Op bevel van koning Filips. De mannen in het zwart. Ze zochten wat ze niet begrepen. En ze vonden niets.”

 

Ik vroeg zacht: “Wat zochten ze?”

 

Ze zweeg.

 

Ik wilde verder vragen, maar toen haalde ze een doek tevoorschijn. Iets lag erin gewikkeld: een klein perkament, verzegeld met rode was, het zegel gebroken.

 

Ze legde het in mijn handen alsof het breekbaar was.

 

“Lees het niet hier. De wind luistert.”

 

Ik wilde haar aankijken, haar bedanken, iets zeggen — maar ze was al verdwenen. Geen voetstap, geen gebaar. Alleen de geur van natte bladeren bleef achter.

 

Ik liep terug naar de bron. De zon was onder. De lucht paars.

 

En toen…

 

Toen ik het zegel bekeek in het licht van mijn zaklamp, zag ik iets wat ik niet verwachtte.

Niet Latijn, geen symbolen, geen naam van een ridder.

 

Maar één enkele zin, in het Oud-Frans:

 

“Qui brise le silence, libère la faim.”
(Wie de stilte breekt, bevrijdt de honger.)

 

En precies toen hoorde ik, onder mijn voeten, een diepe zucht. Alsof de aarde zelf inademde.

 

Toen begon het water uit de bron te kolken.

 


 

⛓️ Wordt vervolgd in deel II: Het Zegel van de Tempelier – De Honger onder de Steen - Hier binnenkort online

Morvan Gazette

“Blijf dicht bij de Morvan — waar je ook bent”


Volg ons op social media:

Morvan Gazette Instagram

Morvan Gazette Facebook

Morvan Gazette Links:

Sponsor worden of Adverteren?

Steun Morvan Gazette

Doe de ondernemers quiz

Snel naar:

Laatste Nieuws

Artikelen

Archief

© 2025 Morvan Gazette.


Morvan Gazette - Een lokale nieuwsbrief voor Nederlandstalige locals en toeristen. Morvan Gazette - A local newsletter for dutch speaking locals and toerists.

© 2025 Morvan Gazette.

THIS PUBLICATION SPONSORED BY